De opvoeder probeert de opvoedvraag vanuit een etic perspectief te bekijken om de situatie te begrijpen waar haar zoon in zit, ze zoekt een verklaring als buitenstaander, afstandelijk. Ze begrijpt namelijk niet waarom hij niet wil werken of naar school wilt gaan. 

Ze zoekt wederkerigheid bij haar zoon, toen haar zoon nog een baan had bracht zij hem en haalde ze hem weer op, ook al betekende dat dat zij eerder van haar werk weg moest gaan. Deze wederkerigheid heeft zij niet gekregen, helaas is hij gestopt met zijn werk en wilt hij niet naar haar luisteren. 

De zoon is individualistisch opgevoed, er is gekeken naar wat hij zelf wilt. Niet collectivistisch, voor het algemeen belang.

De zoon heeft geen contact met de buurt en heeft ook geen tactische verwantschappen, hij is niet aangesloten bij een voetbalclub. Wat je misschien wel als een tactisch verwantschap kan zien is als hij een spel speelt wanneer hij in een team ziet, is een gezamenlijk doel om als team te winnen. In dat geval kan het een tactisch verwantschap zijn.