Tafel 1, oftewel: De kennistafel!

 

Hier heb ik mijn pitch voorbereid voor agogiek/recht:

 

Het gezin bestaat uit moeder, haar zoon van 21 jaar en haar dochter van 18 jaar.

De zoon, waar de casus over gaat, zit de hele dag te gamen op zijn kamer, hij komt zijn kamer bijna niet uit. Hij heeft ook geen werk en is van school afgegaan. Zijn moeder weet niet meer wat ze kan doen om hem weer te motiveren om weer iets te gaan ondernemen in zijn leven. 

Ouderlijk gezag is nodig om een kind te leren omgaan met vrijheid, het is de bedoeling dat de ouder de jeugdige helpt om het zelf te doen.

Vamaf zijn 18e verjaardag was hij meerderjarig en handelingsbekwaam, de wet gaat er dan vanuit dat hij zelfstandig 'rechtshandelingen' kan verrichten die 'niet vernietigbaar' zijn.
Als meerderjarige ben je volledig handelingsbekwaam en helemaal zelf verantwoordelijk voor de overeenkomsten die je sluit. Je bent dus persoonlijk aansprakelijk als je schulden maakt, geld van een bank leent of op krediet koopt.

Vanuit de agogiek is het dan belangrijk dat de jongere zelfredzaam en zelfstandig is, maar ook dat de jongere zelfvertrouwen heeft. Dit zijn de 3 Z’s van Kuypers.

De opvoeder leunt naar een toegefelijke opvoedingsstijl, waarbij ze het moeilijk heeft om controle uit te oefenen op de situatie, maar volgens de wet hoeft zij niet meer emotioneel op te voeden.

Letterlijk staat in artikel 395a van boek 1 van het Burgerlijk wetboek dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun meerderjarige kinderen, die de leeftijd van éénentwintig jaren niet hebben bereikt. Dit kan gelinkt worden aan materiële opvoeding van agogiek.

Nu de zoon 21 jaar is, hoeft de opvoeder hem volgens de wet ook niet meer materieel op te voeden, dat vergt eveneens nog een grotere zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de zoon.

 

Bedankt voor de aandacht.

 

Filosofie/Antropologie

 

Het gezin bestaat uit moeder, haar zoon van 21 jaar en haar dochter van 18 jaar.

De zoon, waar de opvoedvraag over gaat, zit de hele dag te gamen op zijn kamer, hij komt zijn kamer bijna niet uit. Hij heeft ook geen werk en is van school afgegaan. Zijn moeder weet niet meer wat ze kan doen om hem weer te motiveren om weer iets te gaan ondernemen in zijn leven. 

Volgens de filosoof Michel Foucault ben je geen product van jezelf, maar een product van de samenleving, de zoon is gevormd door zijn omgeving, er is geen sprake van zelfbepaling. Ik kan dit linken naar de antropologie, de zoon gebruikt zijn cultuur om te kijken naar zijn omgeving. Cultuur is een complex geheel van: kennis, geloof, kunst, moraal en gebruiken. Een stelsel van informatie, dat de mens gebruikt om te beschrijven hoe de wereld eruit ziet en wat passend gedrag is in een gegeven situatie

Voor de opvoeder is het heel lastig om de zoon te begrijpen, ze heeft gezegd dat ze naar verklaringen zoekt als buitenstaander, ze wilt ernaar kijken vanuit het etic perspectief. Dit lukt haar moeilijk, geeft ze aan. Ze is op zoek naar wederkerigheid, toen haar zoon een baantje had verliet ze eerder haar werk om haar zoon met de auto naar huis te brengen van zijn werk. Volgens de Waal zijn we weliswaar gericht op overleven en handelen we uit eigenbelang, maar dit is niet ons enige streven. We zijn groepsdieren en in die hoedanigheid op elkaar aangewezen. Als haar zoon geen werk heeft, heeft zij het ook moeilijker. Haar zoon was helaas gestopt met werken, er is geen sprake van wederkerigheid geweest.

 

Psychologie/Sociologie

Het gezin bestaat uit moeder, haar zoon van 21 jaar en haar dochter van 18 jaar.

De zoon, waar de opvoedvraag over gaat, zit de hele dag te gamen op zijn kamer, hij komt zijn kamer bijna niet uit. Hij heeft ook geen werk en is van school afgegaan. Zijn moeder weet niet meer wat ze kan doen om hem weer te motiveren om weer iets te gaan ondernemen in zijn leven. 

Volgens de fasen van Erikson, het humanistisch perspectief, zit de zoon van de opvoeder (21 jaar) nu in de vroege volwassenheid, de levenstaak is daarbij intimiteit vs. isolement. De opvoeder van de zoon vindt ook dat hij zich erg isoleert en heeft geen "echte vrienden". De vrienden die hij heeft zijn eigenlijk alleen online.

De zoon vertoont duidelijk deviant gedrag omdat hij geen werk of school heeft, dit kan ontstaan zijn door de operante conditionering vanuit de opvoeder. De opvoeder vraagt namelijk of de zoon werk wilt zoeken, de zoon zegt van wel, maardoet dit niet en vervolgens heeft dit de consequentie dat de moeder er even geen aandacht meer aan geeft. Een prettig negatief effect.

 

Psychologie/Agogiek

 

 

Het gezin bestaat uit moeder, haar zoon van 21 jaar en haar dochter van 18 jaar.

De casus gaat over haar zoon van 21 jaar, ze heeft verteld dat haar zoon een groot deel van de dag op zijn kamer zit, te gamen. En hij komt eigenlijk alleen naar de woonkamer om iets te eten. Ze vertelt dat hij niet op school zit, en geen werk heeft. En weet niet meer wat ze moet doen om hem te motiveren.

Volgens de fasen van Erikson, het humanistisch perspectief, zit de zoon van de opvoeder (21 jaar) nu in de vroege volwassenheid, de levenstaak is daarbij intimiteit vs. isolement. De opvoeder van de zoon vindt ook dat hij zich erg isoleert en heeft geen "echte vrienden". De vrienden die hij heeft zijn eigenlijk alleen online.

Bij jongeren tussen de 16 en 27 verwachten we steeds meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Ze leren zelf beslissingen te nemen, over geld en hun woonsituatie bijvoorbeeld. In deze levensfase zijn hun lichaam en hersenen nog volop in ontwikkeling en verandert de hormoonhuishouding. De ontwikkeling van de hersenen loopt door tot rond hun 25ste. Pas in de late adolescentie ontwikkelt zich de prefrontale cortex. Dit onderdeel van de hersenen is onder andere verantwoordelijk voor de ‘sociale cognitie’: het begrijpen.

De zoon heeft niet het gevoel zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid (3 Z’s Kuypers) te beheersen. Volgens de fasen van Erikson is dit bij de ontwikkeling helaas minder goed gegaan, wantrouwen, schaamte, twijfel schuldgevoel, minderwaardigheid. Hij heeft wel een gevoel dat hij een identiteit heeft, dat heeft hij mij verteld, en nu heeft hij het gevoel dat hij zich isoleert.

 

Politicologie/Agogiek

Het gezin bestaat uit moeder, haar zoon van 21 jaar en haar dochter van 18 jaar. De zoon, waar de casus over gaat, zit de hele dag te gamen op zijn kamer, hij komt zijn kamer bijna niet uit. Hij heeft ook geen werk en is van school afgegaan. Ze weet niet hoe ze hem moet motiveren.

De zoon heeft gestemd, de opvoeder ook er is hierbij sprake van invloedsuitoefening van de opvoeder naar de jongere. Ze heeft de jongere ook instructie gegeven dat het belangrijk is om te stemmen, politiek komt in het eerste opvoedingsmilieu voor (het gezin) 

De opvoeder geeft aan dat het machtsverschil kleiner is in haar opvoeding dan in de opvoeding van haar zoon, ze kan ook niet goed leiding geven aan haar zoon, er is wel ruimte voor hoor en wederhoor. De moeder geeft aan een toegefelijke opvoedingsstijl te hebben, en het lijkt op een onderhandelingshuishouden. Ze past wel één opvoedingsstijl toe van Berkowitz en Grych, ze houdt open discussies in het gezin, dit is ook een soort van instructie geven en past bij de 4 basisdimensies van agogiek.

"Een mens is tot zelfbestuur in staat, een zelfonderhouden systeem." zegt Carole Pateman, volgens de agogiek heeft de opvoeder de taak om de 4 basisdimensies in de opvoeding toe te passen zodat de zoon de 3 Z's van Kuypers kan ontwikkelen. 

Er zijn ook overeenkomsten tussen Lilje Strom en het transactionele circulaire analysemodel:

Kind staat in het midden van:

  • Gezin
  • Overheid
  • Markt

Agogiek het transactionele circulaire analysemodel:

Kind kenmerken (de zoon) opvoederkenmerken (gezin) Omgeving (overheid, markt)

De zoon wordt zeer beïnvloed door de markt, hij houdt heel erg van gamen en wilt telkens de nieuwste games kopen, dit deed hij voorheen met het geld wat hij met zijn baantje verdiende, maar ook met de studiefinanciering die hij had gekregen van de overheid. Ook al had zijn moeder het moeilijk, hij gaf het liever aan games uit.