Psychologie/Agogiek
Mijn casus gaat over een alleenstaande opvoeder met twee kinderen, ze heeft een zoon van 21 jaar en een dochter van 18 jaar.
De opvoedvraag gaat over haar zoon, ze heeft verteld dat haar zoon een groot deel van de dag op zijn kamer zit, te gamen. En hij komt eigenlijk alleen naar de woonkamer om iets te eten. Ze vertelt dat hij niet op school zit, en geen werk heeft.
Het gedrag dat nu door de zoon geuit word (het zitten op de kamer) kan komen door de uitoefening van de operante conditionering van Skinner.
Het effect is een prettig negatief effect, Iets vervelends word weggenomen, namelijk als hij op zijn kamer zit hoeft hij niet aan te horen/zien dat zijn moeder het erg oneensis met de situatie waar hij in verkeert en hij hoeft zijn problemen zelf niet aan te horen.
3 Z’s Kuypers
Zelfvertrouwen, Zelfredzaamheid, Zelfstandigheid. Er is in deze casus waarschijnlijk geen enkele Z van toepassing op de zoon van de opvoeder, dit heb ik uit het 7 leefgebieden model gehaald wat te zien is op de toepassing bij sociologie.
Volgens de fasen van Erikson, het humanistisch perspectief, zit de zoon van de opvoeder (21 jaar) nu in de vroege volwassenheid, de levenstaak is daarbij intimiteit vs. isolement. De opvoeder van de zoon vindt ook dat hij zich erg isoleert en heeft geen "echte vrienden". De vrienden die hij heeft zijn eigenlijk alleen online.
De zoon heeft niet het gevoel zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid (3 z’s Kuypers) te beheersen. Volgens de fasen van Erikson is dit bij de ontwikkeling helaas minder goed gegaan, wantrouwen, schaamte, twijfel schuldgevoel, minderwaardigheid, hij heeft wel een gevoel dat hij een identiteit heeft heeft hij mij verteld, en nu isoleert hij zich.
Bij jongeren tussen de 16 en 27 verwachten we steeds meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Ze leren zelf beslissingen te nemen, over geld en hun woonsituatie bijvoorbeeld. In deze levensfase zijn hun lichaam en hersenen nog volop in ontwikkeling en verandert de hormoonhuishouding.
De ontwikkeling van de hersenen loopt door tot rond hun 25ste. Pas in de late adolescentie ontwikkelt zich de frontaalkwab. Dit onderdeel van de hersenen is onder andere verantwoordelijk voor de ‘sociale cognitie’: het begrijpen.
Jongeren op weg naar zelfstandigheid van jezelf en anderen, zelfevaluatie en een inschatting kunnen maken van andermans emoties. Bij de meeste mensen ontwikkelt dit deel van de hersenen zich tot ver in de volwassenheid en leren ze omgaan met vragen en emoties.
(16-27.nl)
Agogiek en het humanisme
Bij de piramide van Maslow, met de toevoeging van de 6e trede van Delft en Wijers kunnen we kijken naar de behoeften hiërarchie.
1. Lichamelijke behoeften; deze zijn voldaan volgens de opvoeder en zoon.
2. Behoefte aan veiligheid; deze behoefte is ook voldaan volgens opvoeder en zoon
3. Behoefte aan liefde; de zoon geeft aan liefde van zijn opvoeder te krijgen, maar buiten zijn online vrienden heeft hij geen andere contacten in het "echte leven" hier lijkt dus een tekort te zitten.
Als er niet aan 1 trede word voldaan kan je niet naar de volgende trede, maar ik licht deze wel kort toe.
4. Behoefte aan eigenwaarde: Zelfrespect, ik krijg van de zoon te horen dat hij denkt dat hij nergens goed in is, deze behoefte uit zich in de drie opvoedingsdoelen, de 3 Z's van Kuypers. die in relatie staan tot de 4 basisdimensies: grenzen stellen, controle uitoefenen, ondersteuning bieden en instructie geven. Met de toegefelijke opvoedingsstijl is dit normaal gezien moeilijk te realiseren.
5. Behoefte aan zelfverwerkelijking/zelfactualisatie: Dit heeft ook weer betrekking op de 3 Z's van Kuypers, de zoon heeft geen van de 3 ontwikkeld en is hiertoe volgens mijn casus niet in staat.
6. Cognitieve behoefte: De zoon geeft toe dat hij wil leren, maar niet op school. Hij weet geen invulling te geven aan zijn carrière.
3 voorwaarden van Rogers voor zelfontplooiing
1. Onvoorwaardelijke acceptatie of positieve waardering, dit is bij de opvoeding terug te koppelen naar de basis van veilige hechting.
2. Openheid is de tweede voorwaarden voor het bevorderen van zelfontplooiing , ook in de opvoeding speelt openheid een rol. Voor zowel ouder als kind moet er ruimte zijn om momenten van plezier en verdriet te beleven.
3. Empathie is de derde voorwaarde voor het bevorderen van zelfontplooiing, de opvoeder moet zich kunnen inleven in het kind.
Van de 3 voorwaarden is nummer 2 niet van toepassing geweest, maar 3 voorwaarden vormen een aansluitend geheel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb