Politicologie/Agogiek
De opvoeder geeft aan dat het machtsverschil kleiner is is in haar opvoeding dan in de opvoeding van haar zoon, ze kan ook niet goed leiding geven aan haar zoon, er is wel ruimte voor hoor en wederhoor. De moeder geeft aan een toegefelijke opvoedingsstijl te hebben, en het lijkt op een onderhandelingshuishouden.
Ze past wel één opvoedingsstijl toe van Berkowitz en Grych, ze houdt open discussies in het gezin, dit is ook een soort van instructie geven en past bij de 4 basisdimensies van agogiek.
"Opvoeders en bestuurders handelen vaak vanuit de opvatting dat mensen alleen in beweging komen om een straf te ontlopen of een beloning te krijgen. Maar handelen vanuit dit principe ondermijnt de intrinsieke motivatie van mensen en daarmee het zélf nadenken.
Het empathisch vermogen is weliswaar aangeboren maar het moet wél gevoed en ontwikkeld worden. Het empathische gehalte van een maatschappij wordt in belangrijke mate bepaald door de opvoeders."
https://psychologenpraktijk.wordpress.com/2017/11/23/idealen-voor-de-opvoeding/
"Een mens is tot zelfbestuur in staat, een zelfonderhouden systeem." zegt de politicologie, maar volgens de agogiek heeft de opvoeder de taak om de 4 basisdimensies in de opvoeding toe te passen zodat de zoon de 3 Z's van Kuypers kan ontwikkelen.
Berkowitz en Grych (1998) hebben een vijftal opvoedingsstrategieën die ouders kunnen toepassen om moraliteit bij hun kinderen te bevorderen:
- Inductie
- Zorgzaamheid en ondersteuning
- Eisen stellen en grenzen stellen
- Sociaal-moreel gedrag voorleven
- Open democratische gezinsdiscussies en conflictoplossing.
Ondersteuning, ook een van de 4 basisdimensies in de agogiek is moeilijk voor de ouder om te geven. Dit komt doordat de zoon zich isoleert. Het grenzen stellen is ook moeilijk hierdoor. Er worden wel gezinsdiscussies gehouden.
Er zijn ook overeenkomsten tussen Lilje Strom en het transactionele circulaire analysemodel:
Kind staat in het midden van:
- Gezin
- Overheid
- Markt
Agogiek het transactionele circulaire analysemodel
kindkenmerken opvoederkenmerken (gezin) Omgeving (overheid, markt)
De zoon word zeer beïnvloed door de markt, hij houd heel erg van gamen en wilt telkens de nieuwste games kopen, dit deed hij voorheen met het geld wat hij met zijn baantje verdiende, maar ook met de studiefinanciering die hij had gekregen van de overheid.
Volgens Liljestrom is het de bedoeling dat de ouders zich meer gaan richten op de maatschappelijk opvoeding van hem. Ze kijken daarbij meer naar welke vaardigheden hij volgens de maatschappij goed zou moeten ontwikkelen en geven hem minder zijn zin, zodat hij later bij kan dragen aan het algemeen belang.
Micha de Winter
Volgens de Winter is er een democratisch offensief nodig. Een tegenaanval tegen de individualisering in de opvoeding die te ver is doorgeschoten.
Ouders dienen bewust te zijn dat zij hun normen en waarden overdragen als zij hun kind opvoeden. Hij is van mening dat opvoeden een individueel en maatschappelijk belang dient. Hij is van mening dat ouders in de opvoeding belangrijk zijn, maar medewerking van de samenleving is ook gewenst. Grenzen stellen is heel belangrijk in de opvoeding.
Hij stelt dat tegenwoordig bij opvoeding de volgende punten spelen:
- Teveel een onderhandelingshuishouding
- Confrontatiebereidheid van opvoeder is te gering, opvoeder/volwassene wil toffe peer uithangen.
- Ongewenst gedrag word te weinig afgeremd en er word te weinig positief gestimuleerd.
In de pedagogische civil society van de Winter wordt de ‘wijze kennis’ van de omgeving ingeschakeld bij de opvoeding. Grootouders, vrienden en familie, buren, leerkrachten, de trainer van de sportclub, de leiders van de jeugdbeweging en andere volwassenen: it takes a village to raise a child. Kinderen opvoeden gaat verder dan alleen de ouders, je hebt er een heel dorp voor nodig. De Winter gebruikt dit Afrikaans gezegde om uit te leggen dat opvoeding geen individuele zorg zou mogen zijn. Opvoeding moet terug een publiek thema worden: onderwerp van collectieve zorg en betrokkenheid.
Sinds 1896 is de leeftijd waarop mensen mochten stemmen, verlaagd van 25 jaar naar 23 jaar (in 1946) en vervolgens naar 21 jaar (in 1963) en 18 jaar (in 1972).
gevonden op: https://www.parlement.com/id/vh8lnhrouwze/kiesrecht
Maak jouw eigen website met JouwWeb