Recht
-
Wat zijn de belangrijkste begrippen die het afgelopen jaar bij dit kennisgebied behandeld zijn (en wat betekenen ze)?
Recht is het totaal aan rechtsregels
Functies zijn:
. Ordening d.m.v. normstelling (bepaalt ons gedrag)
. Handhaving van regels
. Karakter: onpersoonlijk, zakelijk
Ordening ten behoeve van de overheid
- Principe is de trias politica <- hoef je niet te onthouden
- Verdeling van de overheidsmacht in functies, organen en verschijningsvorm
- Wetgeving
- Bestuur (uitvoering)
- Rechtspraak (controleert en toetst)
Rechtsgebieden
- Privaatrecht – het recht wat wij nodig hebben als burgers (overeenkomsten) persoon familierecht, erfrecht.
- Strafrecht - processen, geboden, verboden die we niet mogen overtreden.
- Bestuursrecht – geeft spelregels aan die wij mogen hanteren tegenover overheid
- Staatsrecht – voor parlement gemeenten waar bevoegdheden voor hun liggen, wat mogen ze.
Privaatrecht of burgerlijk recht
- Personenrecht (curatele)
- Rechtspersonenrecht (verenigingen, stichtingen)
- Vermogensrecht (voor geld, schulden, betalingsachterstanden)
Publiekrecht of bestuursrecht (burgers-overheid)
- Staatsrecht (ordening staat)
- Strafrecht (geboden, verboden, misdrijven)
- Bestuursrecht (bijv. vergunning en uitkering aanvragen)
Rechtsbronnen = wet
- Jurisprudentie = uitspraken rechters
- Verdragen
- Gewoonten van organisaties (normen waarden)
Mensenrechten en grondrechten, privacy
- Klassieke grondrechten
- Beperkingen
- Privacybescherming in de grondwet (minderjarig kind, gegevens)
- Wet bescherming persoonsgegevens (organisaties)
- College bescherming persoonsgegevens
Recht in relatie tot SW kwalificaties
- Micro niveau (cliënt)
- Kan de relevante wet/regelgeving weergeven
- Situatie ontrafelen en onderscheiden
- Voorlichten over juridische regels
- Adviseren over het nemen van stappen
- Verwijzen doorverwijzen
- Signaleren
- Op juridische verantwoorde wijzen handelen.
Meso niveau: werken in en vanuit een organisatie
Macro niveau: professionaliteit
- Alle veranderingen in de samenleving
Basisstructuur
- Rechtsregels kunnen worden afgedwongen worden, ook door rechten
- Naast rechtsregels heb je ook morele en fatsoensregels en gewoonteregels, niet juridisch afgedwongen.
- Rechterlijke uitspraken zijn leidend. (besluiten)
- Wetgeving gaat over normstelling door middel van geboden en verboden
- Wetten gaan over mensen en over uitwendig gedrag
- Wetten zijn algemeen en onpersoonlijk.
Objectief en subjectief recht
- Recht wordt in verschillende betekenissen gebruikt
- Recht tegen iedereen (objectief) bijv. eigendom
- Recht tegenover één specifieke ander (subjectief)
Universele rechten gelden voor de hele wereld
Materieel en formeel recht <- kennen
Materieel – inhoud, regels
Formeel – handhaving, hoe kan je het afdwingen?
Burgerlijk recht
- Is civiel of privaatrecht
- Rechtsrelatie tussen burgers onderling
- Rechtspersonen zijn organisaties
- Heeft ook soms met geld te maken
Bestuursrecht en staatsrecht
- Tussen burger en overheid
- Geeft spelregels aan de overheid
- Geschreven en ongeschreven normen.
- Bouwvergunningen
- Overheid kan wel dwingen (bijv. schuur bouwen wanneer niet mag kan overheid dwingen om het af te breken)
Grondwet en grondrechten
- Onderscheiding tussen klassieke grondrechten zijn fundamenteel (vrijheid meningsuiting, kiesrecht)
- En sociale grondrechten zijn onder andere onderwijs, schade, welzijn. (doen)
Grondwet
- Koninklijk huis
- Parlement (1e en 2e kamer)
- Adviesorganen
- Wetgeving en bestuur en totstandkoming hiervan
- Wijze van rechtspraak
- Provincies en gemeenten
Maak jouw eigen website met JouwWeb