Koppeling Agogiek

 

Allereerst wil ik kijken naar de opvoedingsstijl van de ouder, ze geeft zelf aan dat zij een toegeeflijke opvoedingsstijl heeft. Zelf is ze in haar jonge jaren vaak alleen thuisgelaten omdat haar ouders veel aan het werk waren, ik wilde hier de stempel verwaarlozend opvoeden op plakken. Maar ze gaf zelf aan dat ze door haar opa en oma werd opgevoed, en daar heel vaak heen ging. Daardoor had zij een hele goede band met hun, dat zag ze wel als iets positiefs.

 

Taxatie: 10 criteria probleemgedrag (jan van der ploeg)

Frequentie

Elke dag

Duur

Al een paar jaar

In welke situatie? Wel/niet situatie-afhankelijk?

Niet situatie afhankelijk

Bij welke persoon? Wel/niet persoonsafhankelijk?

Niet persoonsafhankelijk

Samenhang met andere probleemgedragingen?

Er is geen motivatie om werk te zoeken of naar school te gaan

Wat zijn de gevolgen voor omgeving?

Zijn moeder is hier erg bezorgd over en ze staat er financieel zelf niet goed voor, ze wilt graag dat haar zoon werk gaat zoeken of naar school gaat en haar financieel ondersteund.

Wat zijn de gevolgen voor kind zelf?

De gevolgen voor hemzelf zijn is dat hij geen CV heeft en geen goede ondersteuning voor zijn toekomst. De tijd tikt aangezien hij 21 jaar is. Hij zit zelf niet goed in zijn vel en dit gedrag kan leiden tot een depressie, of er is al sprake van een depressie. Het gevaar is dat als hij lang zo blijft zitten dit alleen erger wordt. (Mattheus-effect)

Is het gedrag begrijpelijk?

Het gedrag word begrepen door de opvoeder, maar er moet wel iets aan gedaan worden. 

Is het gedrag ontwikkeling specifiek?

Het kan heel goed ontwikkelingsspecifiek zijn, door

Heeft het kind een sociaal netwerk?

De zoon heeft alleen online een sociaal netwerk, maar geen vrienden waar hij mee afspreekt of gewoon spreekt.

 

Als ik naar het balansmodel kijk:

 

Microsysteem

- Het kind heeft een negatief zelfbeeld, maar is wel intilligent

- De ouder heeft negatieve jeugdervaringen, maar ook positieve.

- De vader van het kind is weggegaan uit het gezin, en het gezin heeft hier geen contact meer mee. Maar de zoon is door de moeder toegeefelijk opgevoed.

 

Mesosysteem

- Er is sprake van isolement, maar ook van goede steun in het helpen en ondersteunen in het vinden van werk voor de zoon.

- Er is geen goede ondersteuning voor de zoon in het vinden van werk of het oppakken van de situatie (werkloosheid, geen school, geen motivatie)

 

Macrosysteem

- Het kind heeft een gebrekkige opleiding, de opvoeder heeft wel een goede baan.

- De normen en waarden stemmen over het algemeen wel overeen met de dominante cultuur.

- Maatschappelijke factoren, de WMO, mensen moeten veel meer op hun eigen benen doen. Eerst in de sociale omgeving zoeken (die zoon niet heeft) en dan pas krijg je hulp maar je moet er moeite voor doen.

 

3 Z’s Kuypers

Zelfvertrouwen, Zelfredzaamheid, Zelfstandigheid. Er is in deze casus geen enkele Z van toepassing op de zoon van de opvoeder, dit heb ik uit het 7 leefgebieden model gehaald wat te zien is op de toepassing bij sociologie.